De medewerker aan wie het salaris tijdens ziekte wordt doorbetaald, kan in het kader van die ziekte ook recht hebben op een ZW-, WAO-, WIA-, WAJONG-uitkering of een uitkering op grond van de Wet arbeid en zorg. Deze uitkering wordt dan in mindering gebracht op het door te betalen salaris.
Als de medewerker recht heeft op een ZW-uitkering, wordt deze in mindering gebracht op het door te betalen salaris.
Medewerkers die recht hebben op een ZW-uitkering, zijn de medewerkers die:
De no-riskpolis geldt als de medewerker:
De regeling voor 55-plussers geldt als de medewerker:
De medewerker moet de werkgever alle medewerking verlenen om de ZW-uitkering tot uitbetaling aan de werkgever te laten komen.
De medewerker die op of na 1 januari 2004 ziek is geworden en die 2 jaar ziek is, kan recht hebben op een uitkering op grond van de WIA. De WIA bestaat uit twee regelingen, de Inkomensvoorziening Volledig en duurzaam Arbeidsongeschikten (IVA) en de Werkhervattingsregeling gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA). De medewerkers die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn, kunnen eerder dan na 104 weken in aanmerking komen voor een uitkering op grond van de IVA.
Toegekende IVA- en WGA-uitkeringen worden in mindering gebracht op het door te betalen salaris. De medewerker moet de werkgever alle medewerking verlenen om de betreffende uitkering tot uitbetaling aan de werkgever te laten komen. Als een medewerker een IVA-uitkering ontvangt, moet ten minste dit bedrag aan de medewerker worden doorbetaald. Dus ook als volgens de rechtspositieregeling recht bestaat op doorbetaling van 70% van het salaris.
Het is ook mogelijk dat een medewerker (nog) in aanmerking komt voor een WAO-uitkering. Ook deze WAO-uitkering wordt verrekend met de loondoorbetaling bij ziekte.
Als de medewerker vanuit zijn betrekking recht heeft op een WW-uitkering, wordt deze WW-uitkering in mindering gebracht op het salaris tijdens ziekte.
Als de medewerker in aanvulling op zijn WAO- of WIA-uitkering een uitkering ontvangt op grond van het pensioenreglement van het ABP, wordt ook deze uitkering in mindering gebracht op het salaris tijdens ziekte. Te denken valt bijvoorbeeld aan het ABP ArbeidsongeschiktheidsPensioen (AAOP).
De medewerkster die zwanger is heeft tijdens haar zwangerschaps- en bevallingsverlof recht op een uitkering op grond van de Wet arbeid en zorg. Deze uitkering wordt in mindering gebracht op het door te betalen salaris.
Als de medewerker door eigen toedoen nalaat de betreffende uitkering aan te vragen, wordt gedurende de periode dat hij daardoor geen uitkering ontvangt, gedaan alsof hij die wel – en volledig – ontvangt. Het salaris wordt dan met een fictief bedrag verlaagd, namelijk het bedrag van een volledige uitkering. Ook als de ZW- of WAO of WIA-uitkering wordt stopgezet om redenen die de medewerker te verwijten zijn, wordt het salaris met dit fictieve bedrag gekort.
Als een medewerker uit meerdere banen een uitkering ontvangt, wordt door de werkgever een bedrag op het salaris in mindering gebracht naar rato van de betrekking bij de werkgever.